Het LegumeGap-project maakt gebruik van een interdisciplinaire benadering waarbij rekening wordt gehouden met biofysische en sociaal-economische beperkingen, mogelijkheden en hun interactie. LegumeGap is gericht op het identificeren van de potentiële bijdrage van nieuwe cultivars, optimale managementmethoden en kennis van boeren bij het dichten van de rendementsverschillen tussen verschillende opbrengsten, het dichten van het gat tussen de vraag naar en het aanbod aan eiwit/proteïne, het verminderen van de waargenomen opbrengstvariabiliteit en het optimaliseren van de agronomische en milieuprestaties van peulvruchtenproductie in Europa. LegumeGap identificeert, kwantificeert en stelt benaderingen voor om verschillende soorten “gaten” in de productie van peulvruchten te dichten:
- de algemeen erkende verschillen (“opbrengstgaten”) tussen potentiële, exploiteerbare en bereikte graanopbrengsten en eiwitopbrengsten, waarbij de potentiële opbrengst die is die wordt bereikt in niet-beperkende omstandigheden; exploiteerbare opbrengst die die wordt bereikt met geselecteerde realistische beperkingen zoals regenval; en bereikte opbrengst die is die geoogst wordt door regionale boeren met algemeen gebruikte werkwijzen (van Ittersum et al. 2013);
- het nieuwe “gat in kennis”, zoals we het verschil noemen tussen opbrengsten die worden bereikt door boeren die ervaring hebben met peulvruchten en die welke worden bereikt door peulvruchtenbeginners; en
- het “eiwittekort”, gedefinieerd als het verschil tussen eiwitproductie en eiwitvraag onder systemen met en zonder peulvruchten op EU-schaal. Op basis hiervan richt het onderzoek zich op:
- het efficiënte gebruik van hulpbronnen en milieudiensten die worden geassocieerd met de teelt van peulvruchten alsook diens bijdrage aan duurzame intensivering.